Hoe leg je een verharding met klinkers aan?

Het bestraten van een oprit, tuinpad of terras vraagt om vakwerk. Toch kun je er zelf mee aan de slag, als je een beetje handig bent. Laat je vooraf wel goed informeren. Hier volgen alvast wat aanwijzingen.

Kies uw tuinbestrating

Begin met het opmeten en uitzetten van het deel van de tuin dat je wilt bestraten. Verhard nooit meer dan een derde van je tuin. Dat voorkomt oververhitting en wateroverlast. Daarnaast is een groene tuin veel aantrekkelijker voor mens en dier.

Houd bij het afgraven rekening met hoogteverschillen in je tuin en met het afschot. Het afschot is een flauwe helling van 1 centimeter per meter, die ervoor zorgt dat het regenwater kan wegstromen. Zo ontstaan er geen plassen op de bestrating. 

Voor het aanleggen van een tuinpad of terras graaf je de hoogte van de klinker af, plus 20 cm extra. Creëer eerst een zandbed van ca. 15 cm ophoogzand met daarop een straatlaag van 5 cm straatzand, ophoogzand of brekerzand. Tril elke laag goed af met een trilplaat met rubberen schoen. Houd er rekening mee dat de lagen door het aftrillen enkele centimeters zakken. 

Een oprit heeft een stevigere ondergrond nodig. Je rijdt er ten slotte met een zware auto overheen. Voor de oprit stort je daarom eerst minimaal 25 cm korrelmix ofwel menggranulaat. Daarop breng je een straatlaag van 5 cm straatzand, ophoogzand of brekerzand aan. Het meten van de dieptes en het afschot gaat het beste met een bouwlaser en een lange waterpas.

Denk nu alvast na over het legverband, het patroon waarin je de klinkers legt, en de kantopsluitingen, de randen van je bestrating. De kantopsluiting zorgt ervoor dat de bestrating niet gaat schuiven. Er zijn talloze mogelijkheden voor de kantopsluiting, van betonbanden tot roestvrij staal. Leg alvast een rij straatstenen in verband om te kijken hoe je uitkomt. Houd hierbij rekening met een kleine voeg tussen de straatstenen. 

Legverbanden en tuinbestrating

De straatlaag ga je nu afreien, oftewel vlak afstrijken. Druk eerst de paslatten in de straatlaag. Met een afreilat of lange waterpas trek je het overtollige zand over de paslatten naar je toe. Vul de gleuven van de paslatten weer op met zand. Loop uiteraard niet over je vlak gemaakte straatlaag.

Nu is het tijd om de straatstenen te leggen. Begin altijd aan de buitenzijde en hou er rekening mee waar je uitkomt. Werk met een voeg van zeker 2 mm. Na het opzetten van het verband gaat het met de handzame straatstenen als een trein. Als je geen passtenen gebruikt, moet je de straatstenen aan de randen op maat zagen met een diamantzaag of steenknipper. 

Direct na het leggen veeg je de bestrating in met brekerzand of voegsplit (bijv. 0-2 mm). Voegsplit is in vele kleuren te verkrijgen. Tril daarna de straatstenen goed af. Herhaal dit een paar keer dagelijks, totdat de voegen vol zitten.